Anekdotes en (sterke) verhalen
Het stafpeloton: onmisbare collega's bij 101 BatKmar. Door Michiel Tattersall, voormalig wmr verbindingen 104 EskKmar.
Tot nog toe is er veel te weinig geschreven over de mannen van de stafpelotons bij 101 Bataljon Koninklijke Marechaussee. Deze, veelal van de andere onderdelen van de Koninklijke Landmacht afkomstige collega’s waren onmisbaar bij de uitvoering van de KMar werkzaamheden van de marechaussees die de pelotons bemanden. Hoogste tijd om deze groep wat nader te belichten!
Ieder eskadron, 11, 41, 103 en 104 EskKmar (vroeger Maresk) had zo’n stafpeloton (onder leiding van de eskadrons adjudant-onderofficier), maar ook de staf van het Bataljon had dienstplichtigen die niet afkomstig waren van de Marechaussee. Deze ondersteunende werkzaamheden waren belangrijk! Waarom dit zo belangrijk was komt in dit artikel terug, maar het was vooral door dit stafpeloton en haar leden, dat oefeningen en escortes zo goed mogelijk konden worden uitgevoerd.
Uit de gehele landmacht afkomstig
Bij de eskadrons werden dienstplichtigen van de KMar soms ingedeeld bij het stafpeloton, maar in het stafpeloton kwamen ook vooral collega’s die opgeleid waren bij de Intendance, de Technische Dienst, de Militaire Administratie en de Verbindingsdienst.
De Intendance had de sergeant-verzorging, de foerier en korporaals opgeleid voor die specifieke Bevoorrading (BEVO) taken binnen het eskadron. Ook waren er koks die opgeleid waren in Haarlem aan de Koksschool.
De Technische Dienst (TD) had korporaals en soldaten die werkzaam waren als monteur wielvoertuigen. Het 2e en 3e echelons werk zogeheten. Ook was er een wapen onderhoudsmonteur.
De Militaire Administratie (MA) had soldaat-schrijvers opgeleid voor taken bij de administratie.
De Verbindingsdienst (Vbdd) had monteurs voor de voertuig- en draagbare radio’s en ander verbindingsmateriaal, zoals de bekende lijnverbindingen (voor de kenners: WD1/TT op DR 8 op RL 39).
Bij de KMar opgeleide marechaussees werden soms bij de stafpelotons ingezet als chauffeur voor bijvoorbeeld de eskadronscommandant en voor de DAF viertonners, waaronder de DAF YAS 4440 en 4442, de zogenaamde shelters.
Kraagspiegels en zwarte gevechtslaarzen
Om niet geheel buiten de uitmonstering van de KMar te vallen, werden zij voorzien van KMar emblemen (kraagspiegels) op het DT en een ‘midnight blue’ KMar baret. Uiteraard werden zij niet uitgerust met het witte webbing koppelstel en de witte KMar helm, gekscherend de ‘kalkemmer’ genoemd. Was men als (titulair) sergeant aangekomen bij de eskadrons, dan werden hun goudkleurige sergeant strepen ingewisseld voor de zilverkleurige. Ook, toen de KL de bruine gevechtslaarzen nog droeg (vóór 1991), werden zij voorzien van de zwarte gevechtslaarzen waar binnen de KL de KMar als enige op liep.
Aan de slag
Als wachtmeester-verbindingen was ik binnen dit stafpeloton verantwoordelijk voor de voertuigradio’s (FM-4600 series) van de pelotons die waren in- of uitgebouwd. Bij escortes en oefeningen gaf ik dan samen met de monteur verbindingen aan de pelotons de radio’s uit samen met een door mij gemaakt verbindingsschema. Bij de radio’s zat er ook vaak een afstandsbediening apparaat, een zogeheten ‘ABA’ (KL/ GRA 3686) met een headset. Soms ook de eerdergenoemde lijnverbindingen als er een ‘Traffic Post’ (TP) moest worden ingericht bij een heen- en terugverplaatsing van een oefening, vaak schietseries Bergen-Münster Süd.
Na afloop van deze inzet werden de radio’s uitgebouwd en geretourneerd naar de loods waar ik zat naast de BEVO op de Willem de Zwijgerkazerne, gekscherend genoemd ‘De Stille Willem” en later ook genoemd de “Jeroen Krabbékazerne’ naar de hoofdrolspeler Krabbé die Willem de Zwijger vertolkte in de gelijknamige film. Uiteraard werd alleen ingeleverd wanneer alles schoon en compleet was! Dan kon het bruikleenformulier weggegooid worden. Reparaties werden verricht door de monteur die op zijn beurt constateerde of alles het nog deed. Bij moeilijk te verrichten reparaties werden de radio’s weggebracht naar een hoger echelon in – bijvoorbeeld – de Tonnetkazerne in ’t Harde.
Bij grote oefeningen werd ook de eerder genoemde shelter ingezet als relayeer voertuig, maar veel vaker als een soort wegenwacht voor de radio’s die defect bleken. In dit voertuig hadden we als ‘verbindingen’ allerlei reservedelen liggen en ook een aantal ‘hoge masten’ (AB-4600). Het opzetten hiervan moest goed geoefend worden vooraf! Bij ideale omstandigheden konden de TP’s 30 km zenden! De chauffeur van deze shelter was een dienstplichtig marechaussee, maar ook ik kon dit voertuig besturen zodat bij grote afstanden we konden wisselen van bestuurder. Wat wel aardig was, was dat van de oefeningen overgebleven batterijen (BA 3030) geruild konden worden met de koks voor extraatjes, zoals yoghurtdrankjes en andere etenswaren. De batterijen gingen dan in hun ‘getto blasters’.
Bij grote oefeningen ging vaak het gehele stafpeloton mee. De koks werden belast met het inrichten van de bar (!) en de eetzaal en natuurlijk het foerageren van eten. De vaak niet uitgegeven extraatjes voor de lunch, zoals frikadellen, werden ’s avonds tegen een kleine vergoeding (een strippenkaart moest hiervoor worden aangeschaft) verkocht. Ondanks dat de schietseries en andere oefeningen, zoals in Kamp Vogelsang in de Eiffel, drooggelegd waren, had de KMar (104 EskKmar) een heuse bar. Grappig genoeg kwam de leiding van de oefening (de commandant schietserie en zijn gevolg) hier graag een maaltijd nuttigen waar ook een glas Nederlands bier afkomstig van de CADI (Cantine Dienst) werd genuttigd!
De monteurs wielvoertuigen waren vaak druk met het verrichten van kleine reparaties en het aanbieden bij een TD-eenheid van een niet door hen te repareren voertuig. Soms kwam het voor dat een motor van een voertuig geheel werd vervangen. Bij de (niet-tactische) Volkswagen T3 busjes en de Mercedes-Benz 207D busjes was men afhankelijk van de lokale dealer. Hiervoor werden er afspraken gemaakt en de rekening werd vergoed door het betalingskantoor in Kerkrade als ik mij niet vergis. Of deze rekeningen snel werden betaald weet alleen de geschiedenis…
De eveneens op de oefening aanwezige KMar administrateur (in de latere jaren van het bestaan van de eskadrons was dit een beroeps van de MA) had de beschikking over een ‘schrijver’ die meestal het papierwerk afhandelde, zoals declaraties. Hij was eveneens opgeleid als chauffeur.
De grote vrijheid van handelen als lid van het stafpeloton was voor mij geweldig. Ik heb veel monteurs-verbindingen en chauffeurs shelter mogen meemaken en zij hadden een fijne dienstplicht zo heb ik van hen vernomen. Helaas zien wij hen bij reünies niet veel.
_______________________________________________________________